De blonde moslim

Dit stuk verscheen eerst in Folia, het blad van de UvA en de HvA, en daarna ook in het Parool.

Olaf Mesman (22), tweedejaars student Politicologie aan de UvA, besloot vier maanden geleden om zich te bekeren tot de islam. Hij leest de Koran, bidt tot Allah en hij deed mee aan de Ramadan. Hij is er alleen nog lang niet: “Ik voel constant dat ik niet deug, dat ik zondig ben.”

Vijf keer per dag bidden redt hij nog niet, zegt hij bijna schuldbewust. Maar hij streeft er wel naar om het zo vaak mogelijk te doen. Olaf Mesman, of ook wel Nadir Al-Istiqlal, tweedejaars student Politicologie aan de UvA, haalt een verkreukeld a-4tje uit de binnenzak van zijn jas. Hoe hij precies bidt, was de vraag. Kijk, zegt hij: “In de islam zijn er vijf gebeden: de Fadjr, Duhr, ‘Asr, Maghrib en de Isja.” Hij wijst op het kladje. Daar heeft hij een paar gebeden in het Arabisch genoteerd. “Sommige gebeden bestaan uit twee of zelfs wel vier intervallen. Dan zeg je ‘Alláh Akbar’” Hij legt de klemtoon op de laatste ‘a’ van Allah, exact op de manier zoals je dat soms moslims op televisie hoort doen.

Hij gaat verder: “Dan volgt een soera, nog een soera, dan zeg je weer ‘Alláh Akbar’. Je neemt een andere positie in: je drukt je voorhoofd tegen de grond. Vervolgens doe je drie smeekbedes.” Zijn Arabisch klinkt indrukwekkend. Hij kent nu twee soera’s uit zijn hoofd. “Ik ken nog te weinig soera’s. Dus ik vul de andere soera’s tijdelijk in met smeekbedes: hierin vraag ik Allah om vergiffenis.”

Anderhalf jaar geleden kocht Mesman de Koran. “Gewoon bij de Selexyz. In het begin las ik het voor ik ging slapen korte stukjes. Inmiddels heb ik hem bijna helemaal gelezen. Het afgelopen jaar voelde ik mijn connectie met Allah steeds sterker worden.” Vier maanden geleden bekeerde hij zich tot de islam.

Van topsporter tot gelovige

Tot zijn zeventiende trainde Olaf dagelijks op de atletiekbaan. Hij zat in de Nationale jeugdselectie. Alles had hij over voor de sport: hij dronk niet en ging nauwelijks uit. “Na mijn middelbare school kwam ik voor de keuze te staan: ga ik reizen, of ga ik voor een carrière als topsporter?” Het was een beslissing die hem zwaar viel. “Het is net alsof je vijf jaar een heel intense relatie hebt gehad, en opeens is het uit.” Toch heeft hij zeker geen spijt. Aan atletiek doet hij niet meer: “Ik ben iemand van extremen: ik doe iets goed, of ik doe het niet. Als ik ergens mee bezig ben, wil ik alles eruit halen wat erin zit.”

Zijn reis moest bijzonder worden. Olaf wilde op zoek naar zichzelf, hij wilde zijn grenzen verkennen. “Ik wilde de westerse mindset  achter mij laten, en mij aanpassen aan de waarden van de mensen die ik ontmoette.” In een woestijnplaatsje in India besloot hij alleen de woestijn in te gaan: met een kompas, een mes en wat te drinken. “In de complete stilte en droogte van de woestijn heb ik nagedacht over wie ik ben, en wat ik wil.”

Dit soort ervaringen maakten veel indruk op Mesman. Drie jaar geleden kwam hij terug van zijn reis. Hij was in de war: “Ik was van een ignorant fool veranderd in iemand die zich bewust was van wat er allemaal in de wereld gebeurt, en hoe onrechtvaardig het allemaal is.” Zijn vriend Abdullah, “geen moslim trouwens”, raadde hem aan om meer te gaan lezen. Hij begon het nieuws intensief bij te houden en hij volgde lezingen van islamgeleerden op Youtube. Hij was op zoek, en langzamerhand werd hij meer en meer gegrepen door het idee dat de islam wel eens zijn religie kon zijn.

Zijn zoektocht is van belang geweest in zijn ontwikkeling tot moslim: “Alles bij elkaar heeft het ervoor gezorgd dat ik ben gaan nadenken, echt nadenken. Ik wist op een gegeven moment dat ik een drastische verandering wilde doormaken.”

Solidariteit

Zijn facinatie voor de islam komt niet uit de lucht vallen, vertelt Mesman. “Op mijn middelbare school in Rotterdam had zeker 60 procent van de leerlingen een Marokkaanse of in ieder geval Arabische achtergrond.” Zelf was hij in die tijd niet met het geloof bezig: “Ik was echt zo’n stereotype Nederlander, ik had er zelfs geen interesse voor.”

Als hij nu terugkijkt denkt hij dat die periode van belang is geweest: “Het islamitische geloof was er altijd al als iets vanzelfsprekends. Onbewust leer je over de levensstijl van je klasgenoten.” Na zijn reis groeide zijn verontwaardiging: “In de westerse media zie je heel duidelijk dat er sprake is van een eenzijdige berichtgeving als het over het Midden Oosten en de islam gaat. Het is vooral negatief, en dit vind ik oneerlijk. Naast dat ik mij spiritueel aangetrokken voelt tot de islam, wil ik mij solidair tonen met die mensen die weten dat de islam de religie van vrede is. Met mijn keuze wil ik laten zien dat ik moslims respecteer.”

Onbegrip

Ik merk dat ik Olaf tijdens zijn relaas vol verbazing aankijk. Hoe kan het dat deze jongen – blond, blauwe ogen en vooral heel Hollands – overtuigd moslim is geworden? Hij heeft me snel door: “Ik ben moslim, maar jij vindt van niet. Dat is omdat jij een bepaald stereotype beeld in je hoofd hebt van hoe een moslim is: hoe hij eruit ziet, hoe hij praat en hoe hij zich gedraagt. Maar de islam schrijft niet één type moslim voor, de religie is niet eenduidig.”

Pas ging hij in het weekend naar zijn ouders in Rotterdam. Hij nam daar een moment om te bidden. Gelijk kreeg hij de wind van voren van zijn vader: ‘Wat doe je?! Je bent niet goed bij je hoofd. Dit is niet jouw cultuur. Je gelooft in een sprookje,’ zei hij tegen zijn zoon. Olaf haalt zijn schouders op: “Mijn vader klinkt op zo’n moment bijna PVV-achtig. Terwijl ze mijn buitenlandse vrienden wel aardig vinden. Gek is dat.”

Ook een aantal van zijn vrienden uit Rotterdam – waarvan sommigen met een Arabische achtergrond – hebben moeite zijn bekering serieus te nemen. “Die vrienden zijn zelf van hun geloof gevallen. Voor hen is het vreemd dat ik uit eigen beweging die kant op ben gegaan.” Pas waren twee van deze vrienden op zijn verjaardag bij zijn ouders: “Zij grapten tegen mijn vader: ‘Hij heeft het in ieder geval niet van ons.’” Olaf heeft zich er bij neergelegd: “Ik doe iets dat tegendraads is, dus geheid krijg je reacties.”

Afgelopen zomer reisde Mesman naar Iran. Het was tijdens de Ramadan. “Ik dacht: in Iran vind ik vast mensen die de Ramadan doen. Ik had er behoefte aan om het samen met moslims te ervaren.” Dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan: “De Iraanse mensen die ik heb ontmoet waren enorm gastvrij. Van de zeven weken die ik in het land heb doorgebracht, heb ik maar vijf nachten in een hotel geslapen. Maar het probleem was: ik werd vooral uitgenodigd door mensen die zelf geen moslim waren.” De families waar hij verbleef respecteerden zijn keuze om te vasten, maar echt begrijpen deden ze het niet: “Ze schrokken er een beetje van dat ik als westerling aan de Ramadan deed. Toch waren ze wel altijd benieuwd naar mijn beweegredenen.”

Zijn keuze om moslim te worden heeft hem best eenzaam gemaakt, geeft hij toe. Met zijn ouders en vrienden kan hij er maar moeilijk over praten. Met zijn studiegenoten gaat hij niet veel om, en de meesten weten ook niet dat hij moslim is. Daarbij durft hij niet zo goed de stap te maken om contact te zoeken met andere gelovige moslims. “Ik ben bang dat ik niet erkend wordt. Ik heb bijvoorbeeld vaak genoeg seks voor het huwelijk gehad. En ik drink nog steeds regelmatig alcohol. Ik weet dat het niet goed is en ik ben er ook tegen. Maar ik blijf het toch doen.”

De bekering

Vier maanden geleden sprak Olaf de shahada (zie kader) uit in het bijzijn van een andere gelovige moslim. Sindsdien is hij officieel moslim. Hij heeft ook een moslimnaam aangenomen: “Mijn achternaam heb ik zelf gekozen: Al-Istiqlal. Dit betekent ‘de onafhankelijke’, het verwijst naar een krant die erg invloedrijk is geweest in Irak. Mijn voornaam heb ik gekregen van drie Irakese moslimvriendinnen: Nadir. Dit betekent ‘de bijzondere’.”

Maar hij is er nog lang niet besef hij. “Ik ben zondig, het is niet juist hoe ik leef. Mijn gebeden bestaan uit het vragen van vergiffenis aan Allah. Ik hoop dat ik op een dag vergeven zal worden, en dat ik niet meer zondig zal zijn. Aan de andere kant: doordat ik mij zondig voel, denk ik wel constant aan mijn connectie met Allah. Allah is voor mij het goede, het licht in de duisternis. De aanwezigheid van Allah in mijn leven stelt mij gerust en een gevoel van stabiliteit in alle chaos.”

Mesman weet dat het beter zou zijn om meer contact te zoeken met gelovige moslims. Hij zou uiteindelijk ook graag een islamitische vrouw trouwen. “Maar ik ben nu nog heel erg op zoek naar een stroming die bij mij past. Het Soefisme is een stroming waar ik mij erg tot aangetrokken voel. Binnen die stroming gaat het vooral om de persoonlijke connectie met Allah. Ik heb niet de behoefte om de wereld ervan te overtuigen: ‘zo moet je leven!’ De islam maakt mijn leven kleurrijker. Ik vind het fijn om te leven met het idee dat er een weg is die voor jou is uitgestippeld door een omnipotente macht. Dat geeft mij een gevoel van veiligheid.

“Ik probeer mij op dit moment nog zo onopvallend mogelijk op te stellen. Ik weet dat veel moslims mij niet erkennen, maar misschien zouden ze mij wel respecteren. Ik voel toch heel sterk die connectie met Allah. Daarbij denk ik: het is een proces. Je bent niet binnen een week helemaal moslim.”

Een islamitische vriendin van hem is op dit moment zijn belangrijkste raadgever. “Twee jaar geleden heb ik haar ontmoet in de UB. We hadden meteen heel diepgravende gesprekken over wat islam inhoudt, en hoe je moet leven. Zij vond het bijzonder dat een Nederlandse jongen zoveel interesse toonde. Wat ik erg aan haar waardeer is dat ze mij nooit heeft laten vallen. Zij heeft er altijd in geloofd. Op momenten dat ik het moeilijk had, zei ze: maak je geen zorgen, het gevoel zal steeds sterker worden. En ze heeft gelijk: het wordt steeds makkelijker.

“Natuurlijk zijn er nog dingen die ik moet verbeteren, maar daar heeft iedere moslim mee te maken. Vorig jaar heb ik zeven maanden niet gedronken. Dit jaar ben ik dit weer van plan. Maar ik hoop dat het een keer twee jaar wordt, en uiteindelijk voor altijd. Of mij dat gaat lukken? Inshallah.”