‘Elke werkdag begon met een trol naar buiten tillen’

,

De eerste baan maakt vaak diepe indruk. Singer-songwriter Eefje de Visser (1986) begon in een fantasywinkel in Gouda. Onlangs kwam haar nieuwe album ‘Het is’ uit. 

“Mijn eerste serieuze baan was in een fantasywinkel in Gouda. Als meisje van twaalf kwam ik er vaak. In die tijd hield ik erg van gothic spulletjes, ik was een echte alto. Maar op een gegeven moment was ik daar wel weer een beetje klaar mee. Op mijn zeventiende kwam ik weer in de winkel omdat ik een vriendin had die Pocket Dragons spaarde, en ik zocht een cadeautje voor haar. Ik raakte in gesprek met Martin, de eigenaar. Hij vroeg of ik in de winkel kwam werken.

Martin en ik runden de winkel samen: ik stond er op zaterdagen en maandagen, en als hij op vakantie was draaide ik alleen. Onze winkel heette ‘De Chakra’, en later ‘De Wakende Draak’, omdat er nóg een winkel was die De Chakra heette.

Elke grote stad heeft een fantasywinkel. Binnen is het vaak een beetje donker en alles is heel kitscherig. Martin had een afdakje boven de toonbank gemaakt met echte dakpannetjes, en daaronder hingen lampjes met bostrolletjes en elfjes. Mijn werkdag begon met het naar buiten tillen van een grote Noorse trol die bij de deur stond.

We verkochten boekenseries als Harry Potter en Terry Pratchett, spelkaarten en sieraden. Je kon bij ons ook meubels bestellen: de draak was favoriet. Je had bijvoorbeeld een tafel van een opgevouwen draak met een gekrulde staart, waar dan een glasplaat op lag. Of een zwarte kast omwikkeld met draken, of kroonluchters met draken. Je kon het zo gek niet bedenken. We verkochten ook zwaarden; echte, zoals in Lord of the Rings. Die hingen achter de toonbank. Als iemand een zwaard wilde, moest je dat aan die persoon overhandigen. Dat was een grappig gezicht.

De winkel liep verbazingwekkend goed. Vooral omdat Martin zo’n goede verkoper was. We hadden veel vaste klanten. Sommigen hielden van verkleden en zagen er bijzonder uit. Maar de meesten waren doodnormale mensen. Eén keer maar heb ik een vrouw in de winkel gehad die in de war was. Ze wees naar de vitrine en zei: “Die elfjes hè, die bestaan ook in het echt.” Ik dacht dat ze een grapje maakte, maar al snel begreep ik dat ze het meende.

Ik was vanaf het eerste moment gek op het werk. Het was het eerste baantje waarbij ik verantwoordelijkheid kreeg. In de zomer draaide ik de winkel soms wel twee weken in mijn eentje. Tijdens zo’n zomer werd ik een keer gebeld door een jongen die een Evenstar wilde, dat is het sieraad van onsterfelijkheid uit Lord of the Rings. In de winkel was het een van de duurste sieraden die we hadden. De jongen zei: “Ik ben heel erg verliefd op een meisje en ik wil haar vanavond een Evenstar geven, ze gaat namelijk morgen naar Amerika. Ik kan alleen nu niet langskomen.”