Ganna, een doorzetter die door muren gaat

Gepubliceerd in dagblad Trouw, 12 februari 2011.

Gezinsmanager Ganna van Bijleveld is uitgeroepen tot de Best Presterende Ambtenaar van Nederland. En dat terwijl de jeugdzorg onder grote druk staat. Ze brak met een werkwijze die jaren standaard was.

“De grootste shock hier, was te realiseren dat we ambtenaren zijn,” vertelt gezinsmanager Ganna van Bijleveld (28) lachend. Vorige week werd ze uitgeroepen tot de Best Presterende Ambtenaar van Nederland. Maar de nuchtere gezinsmanager ziet de prijs toch vooral als een waardering voor het hele team. Sinds 2007 werkt ze bij Bureau Jeugdzorg Amsterdam, daar is ze verantwoordelijk voor een groep overlastgevende probleemgezinnen. Het is haar eerste baan.

PM Public Mission organiseerde dit jaar voor het eerst de Top 100 Best Presterende Ambtenaren. De organisatie wil met de Top 100 benadrukken dat goede ambtenaren van grote waarde zijn. Voorzitter van de jury was commissaris van de koningin Jan Franssen.

Van Bijleveld kan het nog steeds niet helemaal geloven: “Ik doe gewoon mijn ding, en ik geloof in wat ik doe.” Haar collega’s zijn apetrots, toch werden er ook wat grappen over de prijs gemaakt. ‘Je bent de best presterende ambtenaar, dat betekent dus dat jij het minste doet van allemaal,’ werd haar gekscherend gezegd. “Van ambtenaren bestaat toch een beetje het beeld dat ze niks doen.”

Ze omschrijft zichzelf als een ‘doorzetter die door muren gaat’. Door de jury en haar werkgever wordt ze geroemd om haar pioniersrol als gezinsmanager, een functie die sinds twee jaar bestaat: de gezinsmanager is door de gemeente Amsterdam in het leven geroepen om meer samenwerking te krijgen tussen alle organisaties die zich met jeugdzorg bezighouden. “Als gezinsmanager breek je in feite met het systeem. Je breekt met een werkwijze die lang de standaard was.”

De jeugdzorg krijgt al jaren kritiek te verduren. Lodewijk Asscher, wethouder Amsterdam, noemde het jeugdzorgstelsel zelfs een keer het ‘monster van Frankenstein’. Te veel versplintering en te weinig samenwerking tussen de instanties worden gezien als de grootste problemen. “Toen ik begon vond er nauwelijks overleg plaats tussen alle betrokkenen, het ontbrak compleet aan regie. Als gezinsvoogd was ik alleen maar brandjes aan het blussen, dat was vaak frustrerend.”

Bij de zwaarste categorie probleemgezinnen in Amsterdam gaat dat nu anders. Als gezinsmanager organiseert Van Bijleveld iedere zes weken een overleg met de verschillende organisaties die bij het gezin betrokken zijn. Samen stellen ze een plan op voor het gezin, en samen zijn ze verantwoordelijk voor de uitvoering. “Van de gemeente hebben we vrijheid, tijd en geld gekregen om uit te zoeken wat werkt. Ik heb ook meer tijd gekregen om door te brengen met een gezin. Ik heb nu een caseload van vijf gezinnen, nog steeds zijn het 33 kinderen. Maar het is wel werkbaar, anders dan de vijftien gezinnen die ik eerst onder mijn hoede had.”

Ook de ‘enorme papierwinkel’ werd door Van Bijleveld en haar team grondig aangepakt. “Toen ik begon als gezinsvoogd maakte ik per kind een plan. Als een kind te maken had met twee maatregelen- bijvoorbeeld reclassering en jeugdbescherming- maakte ik twee plannen. Dan heb je alleen maar een plan, de indicatie moest nog komen. Het kwam wel eens voor dat ik voor een gezin zes verschillende plannen schreef. Nu maak ik een plan voor het hele gezin, dat scheelt enorm.”

Praten over caseload, instanties en plannen. Als je haar zo hoort  zou je bijna vergeten dat ze dagelijks werkt met gezinnen die te maken hebben met drugsproblematiek, criminaliteit en schulden. “Het is best wel eens zwaar”, geeft de jonge gezinsmanager toe. “Pas was ik bij een gezin waar twee kinderen stonden ingeschreven, maar er bleken er nog vier extra te wonen. De hele woonkamer stond vol met bedden. Ik begin dan niet meteen te beschuldigen, maar ik zeg: ‘Wat is het hier vol. Kunnen jullie hier zo wel wonen?’ Rustig benoemen wat je ziet is vaak al voldoende om een gesprek aan te knopen.”

Soms treft ze in een huis zo’n puinhoop aan dat ze voorstelt het gesprek ergens anders te voeren: desnoods op een bankje in het park. “Ik wil me wel veilig voelen.” En naar de toilet gaan tijdens een huisbezoek probeert ze te voorkomen: “Ik heb meer dan eens meegemaakt, dat iemand na mijn vraag opspringt en met schoonmaakmiddel naar de toilet rent. Dan weet je hoe laat het is.”

Door haar regierol krijgt een gezin vooral te maken met Van Bijleveld. Ze leren haar vertouwen en ze weten wat ze aan haar hebben. Ze werkt hard en ze doet het met liefde, vertelt ze. Maar hoe is ze nou de beste ambtenaar van Nederland geworden? Ze lacht verlegen. Die vraag vindt ze moeilijk om te beantwoorden. “We hebben het vooral met het team gedaan.” Voorzichtig voegt ze toe: “Wat misschien kan meespelen is dat ik mijn best heb gedaan om de nieuwe manier van werken onder de aandacht te brengen van andere jeugdzorgmedewerkers.”

Van Bijleveld is een kritische medewerker. Ze is kritisch op zichzelf, maar ook op haar collega’s: “Ik vind dat je elkaar moet kunnen aanspreken als iemand zijn werk niet goed doet.” Ook de werking van de jeugdzorg in het algemeen stelde ze regelmatig ter discussie: “Het is niet zozeer de ambtenaar, maar meer het systeem dat niet werkt. Iedere organisatie werkt met eigen doelen en protocollen. Daar stimuleer je geen samenwerking mee. Uiteindelijk zijn het de gezinnen die aan het kortste eind trekken, en dat is wel het laatste wat je wilt.”

Al voelt Van Bijleveld zich zelf nog steeds geen echte ambtenaar, ze gaat toch wel zeker naar het Malieveld aanstaande donderdag. Er wordt dan een manifestatie gehouden tegen de bezuinigingen in de publieke sector. “Ze willen de caseload weer gaan verhogen. Net nu we op de goede weg zijn. Er wordt van alles van ons verwacht, maar door te bezuinigen spreekt het Kabinet zichzelf in feite tegen.”

Fel vervolgt ze: “Juist als uitvoerend ambtenaar weet je wat werkt. Je kunt daar vervolgens je mond over houden, maar je kunt er ook voor kiezen om er iets mee te doen. Het geeft een ontzettende kick om vervolgens te zien dat het werkt.”

Manifestatie

Volgende week donderdag (17 februari) organiseren de vakbonden de manifestatie ’Samen sterk voor publiek werk’ op het Malieveld in Den Haag. De onderhandelingen over een nieuwe cao voor rijksambtenaren zitten nog steeds vast, toch wordt het geen cao-actie. Het wordt een protest tegen de bezuinigingen: „De publieke sector moet niet opnieuw de hardste klappen opvangen”, aldus de organisatie.

Gezinsmanagement

Ganna van Bijleveld studeerde ontwikkelingspsychologie en criminologie. In 2007 begon zij bij Bureau Jeugdzorg Amsterdam als gezinsvoogd van overlastgevende probleemgezinnen. Anderhalf jaar later begon de gemeente Amsterdam met een nieuwe manier van werken. Acht gezinsmanagers houden zich bezig met de zwaarste categorie gezinnen. Daarnaast werken een kleine honderd gezinsmanagers met ’multi-probleemgezinnen’. Allemaal hebben ze een interne opleiding gevolgd. Vanaf 2014 wil Amsterdam de ’gezinsmanagement-methode’ toepassen op alle jeugdhulpverlening.