‘Het was een verrassing dat mensen graag tegen me spraken’
Verschenen in dagblad Trouw, 4 september 2010.
De eerste baan maakt vaak diepe indruk en legt de basis voor later. Priester en hoogleraar Antoine Bodar (1944) begon zijn carrière bij een uitgeverij, maar vooral bij de omroep.
‘Bij de omroep merkte ik voor het eerst dat ik echt tot iets in staat was: Ik kon een microfoon onder iemands neus houden en die persoon laten praten. Het voelde als een openbaring.
‘Ik was van het gymnasium gestuurd omdat ze mij te dom vonden. Mijn vader vond me vooral een dromer, hij wilde daarom dat ik zou gaan werken. Ik vond het allemaal maar niks, het liefste wilde ik naar school.
‘In plaats daarvan begon ik bij uitgeverij Meulenhoff, ik verdiende 150 euro per maand. ‘s Avonds ging ik naar de HBS, overdag schreef ik rekeningen voor de uitgeverij. Er bleef daardoor inderdaad weinig tijd over om te dromen, maar het werk dat ik deed vond ik verschrikkelijk.
‘De koffiepauze was het enige moment dat ik achter mijn bureau vandaan kwam. Gelijk had ik het hoogste woord: Ik zeurde over literatuur en dat soort zaken. Mijn collega’s vroegen zich daarom al snel af wat ik daar eigenlijk deed.
‘Na verscheidene vervelende baantjes kwam ik terecht bij het archief van tijdschrift De Tijd. Daar raakte ik in de pauzes in gesprek met de redacteuren. ‘Zou je zelf niet eens een keer een interview willen doen?’, vroeg een van hen mij op een keer.
‘Via via ging ik in 1965 aan het werk bij de KRO. Het was het einde van een ellendige tijd. Voor het eerst verdiende ik een normaal loon en kon ik wat geld uitgeven. Ik begon bij radioprogramma’s als Carionca, Schoolradio en Telixer.
‘Voor de interviews zocht ik mensen altijd thuis op, ik kwam aan met een chauffeur. Ik vertelde de geïnterviewde wat de vragen waren, en vervolgens de zette ik het apparaat aan. Het kwam echt als een verrassing dat mensen graag tegen me spraken.
‘In die eerste periode bij de radio ging het vooral om jeugdige zaken, de onderwerpen waren meestal vrij luchtig. Ik moest dan bijvoorbeeld iets uitzoeken over The Beatles of andere popmuziek.
‘Dat vond ik niet perse heel interessant. Mijn favoriete muziek was het Gregoriaans. En als je het hebt over luchtige muziek luisterde ik wel eens naar Franse chansons. Dat het niet zo serieus was maakte me toen niet uit. Ik was toch meer bezig met zaken als: Krijg ik de tekst goed uit mijn mond? En doet de microfoon het wel?’