Routine is het ergste wat er is

,

Dit artikel verscheen op 21 februari 2015 in dagblad Trouw.

Voor de serie Levenslessen, die iedere zaterdag in TIJD verschijnt, de bijlage van dagblad Trouw, interviewde ik documentairemaker Michiel van Erp. Van Erp filmt al 25 jaar gewone mensen met bijzondere verlangens. “Nog steeds ben ik bang dat het mislukt.”

Les 1
Blijf jezelf vernieuwen
“Het maken van de dramaserie ‘Ramses’ (over het leven van Ramses Shaffy, red.) heeft me zeker anderhalf jaar van mijn leven gekost, zo zwaar was het. Toch heb ik er vooral intens van genoten. In mijn leven wil ik de lat steeds een stukje hoger leggen. ‘Ramses’ was mijn eerste dramaserie. Daarna denk ik niet: ‘dat is goed bevallen, ik ga gelijk nog een dramaserie maken’. Nee, op dit moment werk ik aan twee speelfilms, een genre waar ik nog helemaal niet in thuis ben.

Ik wil mezelf vernieuwen. Als ik straks met pensioen ga, wil ik niet de vraag hoeven stellen: heb ik alles uit het leven gehaald wat er voor mij inzit? Ik wil steeds snuffelen aan dingen die ik nog niet helemaal onder de knie heb.

We zijn nu ook aan het draaien voor een film over de nabestaanden van de slachtoffers van de MH 17-ramp. Het is een ultra-teer onderwerp en het is heel ingewikkeld. We volgen mensen op een moment dat alle grond onder hun voeten is verdwenen. Ik kom daar om te filmen hoe ze weer een beetje omhoog klauteren uit het dal. Daar wil ik niet mee knoeien. Je moet daar heel zorgvuldig mee omgaan. Hoe moeten we dat nou doen? Ik lig daar wel wakker van. Juist om die reden is het voor mij een uitdaging om zo’n documentaire wel te maken.”

Les 2
Vermijd routine
“Voor mijn studie Industrieel Ontwerpen aan de TU in Delft moest ik een stage lopen. Ik kwam terecht bij een technisch bedrijf in Ede. Daar werkte ik met een groep ontwerpers – allemaal grijze mannen – op een kamer. We zaten in rijtjes achter elkaar, iedereen achter zijn eigen tekentafel. In het midden van de ruimte zat de baas. Het enige wat hij deed was in de gaten houden of we wel aan het werk waren. Zeker een paar maanden heb ik daar gezeten. Meteen wist ik: dit is wel het laatste wat ik zou willen doen.

Ik vind routine het ergste wat er is. Al 25 jaar film ik, maar het is nog altijd even spannend. Nog steeds ben ik iedere keer bang dat het niet gaat lukken. Dat we daar straks met een hele crew staan en dat je denkt: ‘hmm, dit wordt het toch niet.’ Ik bereid me dan ook altijd heel goed voor: ik maak draaiboeken en ik denk van tevoren precies na over de openingshots. Vervolgens realiseer ik me al snel dat wat ik in gedachten had, helemaal niet kan. Dat is niet erg, je moet je voelsprieten uit hebben staan.

Echt trots kan ik zijn als alles wat ik heb bedacht samenkomt. Dat gebeurde bijvoorbeeld in een fragment uit de documentaire ‘I’m A Woman Now’. Hierin volg ik vier vrouwen op leeftijd die als een van de eersten een sekse-operatie ondergingen. De Vlaamse vrouw die ik filmde had haar omgeving, en zelfs haar beste vriendin, nooit verteld dat zij vroeger man was. De vrouw had toegezegd om mee te doen aan mijn documentaire, omdat zij het belangrijk vond niet in een leugen te sterven. Al vanaf het eerste moment dat we begonnen met haar te filmen wist ik dat ik erbij wilde zijn als zij haar geheim aan haar vriendin vertelde.

Maar zoiets regel je niet van de een op de andere dag. Na een paar dagen filmen gooi je eens een balletje op, vervolgens denkt zij een tijdje na. En zo kan het maanden duren voor je ergens komt.

Op de dag zelf zat ik met een oortje in de badkamer te luisteren. Op zo’n moment voel je je net een olifant in een porseleinkast: je bent de hele tijd bang dat er iets stukgaat. ‘Deze vrouw kan ook haar beste vriendin verliezen, moet ik degene zijn die ervoor heeft gezorgd dat zij het gesprek is aangegaan?’ In dit geval was de vriendin na het nieuws in shock en nam ze dagen de telefoon niet op. Gelukkig kwam het al snel goed. Dat was ook het moment waarop ik dacht: dit is geslaagd.”

Les 3
Stel je open voor anderen en leer van hen
“Soms ben ik wel eens bang dat ik straks, als ik oud ben, alleen maar heel hard heb gewerkt. Deels is mijn werk een verslaving. Aan de andere kant is filmen wat ik het liefste doe. Door mijn werk kom ik steeds in andere situaties terecht. Ik leer van al die mensen die ik volg. En ik ben altijd blij als iemand zich voor mij openstelt.

Door anderen te filmen, kom ik – op de één of andere manier – dichterbij de essentie van het leven. Niet dat ik dat nu even zou kunnen vertellen, maar het is wel een zoektocht die mij voortdrijft. Ik heb altijd geprobeerd om heel gewone mensen te laten zien met bijzondere verlangens. Vanuit de grachtengordel werd daar wel eens denigrerend over gedaan: ‘aapjes kijken in de provincie’. Zelf heb ik dat nooit zo gezien. Hoezo zijn mensen raar als ze zich inzetten voor de paddentrek?

Ik ben meer iemand die doet en beleeft, dan een persoon die analyseert. Zeker niet mezelf. Maar je zou kunnen zeggen dat ik, met wat ik doe, leun op de emoties van anderen. Ik ontleen daar zelf een soort bestaansrecht aan. Misschien maak ik mij minder druk om mijn eigen leven als ik mensen film met wie van alles is? Ik film mensen die angsten hebben of veel verdriet. Zo leer ik om te relativeren. Ik denk dan: het valt allemaal best mee met mij.”

Les 4
Trek je niets aan van wat anderen denken
“Lang geleden kwam ik een man tegen die bevriend was met de Zangeres Zonder Naam. Voor de documentaire ‘Zangeres Zonder Naam, vergeet mij niet’ (2002) heb ik hem gevolgd. Hij adoreerde haar al sinds hij kind was. Zij was eenzaam en ze beschouwde hem als haar zoon. Op een gegeven moment had zij hem gevraagd om bij haar te komen wonen. Uit zelfbescherming had hij dat niet gedaan. Niet veel later is zij overleden.

Hij had al snel een enorme spijt dat hij niet bij haar was ingetrokken. Misschien had ze dan nog geleefd, was zijn gedachte. Vervolgens is hij langzaam in haar ‘veranderd’: hij trad op in haar jurken, hij zong haar liedjes. Veel mensen vonden hem maar een vreemde vogel met zijn eindeloze liefde voor de Zangeres. Maar hij trok zich nergens wat van aan.

Ik vond het inspirerend om te zien. Nog vaak denk ik: Hoe zou Jan dit doen? Het was natuurlijk wel een rare liefde die hij had, maar hij had een soort ultiem geluk gevonden. En hij stond daarin heel dichtbij zichzelf. Net als de Vlaamse transseksueel die ik filmde. Zij had ook rust gevonden. ‘Mij maak je niets meer wijs’, dat straalde ze uit. Ze had zoveel meegemaakt om zichzelf te worden. Dan ben je er eigenlijk toch gewoon in het leven?

Ik probeer me ook van niemand wat aan te trekken. Al heb ik natuurlijk niet zo hard hoeven strijden om te zijn wie ik ben. Mijn ouders vonden niks raar. Ik heb een tijdje naar de Toneelschool gewild, dat vonden ze prima. Best bijzonder als je bedenkt dat zij niet in een milieu zaten waarin dat soort keuzes normaal waren.

Vanaf mijn dertiende weet ik dat ik op jongens val. Mijn ouders hebben ook dat nooit heel raar gevonden. Dat geldt trouwens niet voor de samenleving: nog altijd hoor je er als homo niet helemaal bij. Dat zou je trouwens niet zeggen als je naar de programma’s kijkt die er op tv zijn, maar toch is het zo. Ik heb zelf nauwelijks problemen met mijn homoseksualiteit gehad. Maar de afgelopen jaren zijn we er in Nederland niet toleranter op geworden. Het is eigenlijk van de gekke dat het nog steeds een onderwerp is. In mijn werk probeer ik daarom regelmatig een ieniemienie-steentje aan de homo-emancipatie bij te dragen.”

Les 5
Geef je partner de ruimte
“Al 32 jaar, sinds mijn achttiende, ben ik samen met dezelfde man. Mensen zeggen weleens: ‘wat knap!’ Maar wij hebben nooit bedacht dat we zo lang samen zouden blijven. Het eerste jaar van mijn studie heb ik hem ontmoet, we waren meteen verliefd. We hebben het eigenlijk nooit over ‘de relatie’. Het is gewoon al die jaren heel leuk. Belangrijk is wel dat wel elkaar heel goed kunnen laten. We zijn samen, maar tegelijkertijd zijn we ook twee individuen. Ik zou het gek vinden als ik namens ons tweëen zou moeten praten.”

Les 6
Laat je niet hinderen door je leeftijd
“Ik heb een uitgebreide vriendenkring die erg varieert in leeftijd: er zitten mensen bij van in de zestig, maar ook twintigers. Ik denk dat het goed is als je je door alle leeftijden heen blijft bewegen. Dat klinkt misschien tuttig, maar ik meen het echt. Belangrijk is om jezelf niet ‘te oud’ te voelen. Zoek uitdagingen, ga dingen aan en maak het leven een beetje spannend voor jezelf.

Ik laat mij nooit hinderen door mijn leeftijd. Ik ga bijvoorbeeld nog steeds veel uit. Ooit heb ik mij voorgenomen om geen weekend voorbij te gaan zonder op stap te gaan. Aan die belofte heb ik mij tot nu toe – als ik niet hoef te filmen – gehouden. Het lijkt me zo raar om op zaterdagavond thuis te zitten. Ik hou van de flauwe gesprekken, het geouwehoer en het gedoe. Andere mensen gaan misschien sporten om energie kwijt te raken, ik ga uit.”

Les 7
Omring jezelf met kritische vrienden en collega’s
“Als ik eenmaal iets in mijn hoofd heb, wil ik het ook op die manier aanpakken. Soms zijn er mensen in mijn omgeving die laten merken dat ze het toch anders willen doen. Naar die mensen moet je wel luisteren. Dat luisteren is niet mijn sterkste punt, maar ik weet dat het belangrijk is dat ik open blijf staan voor kritiek. Ik heb het geluk dat ik een groep pittige, kritische vrienden en collega’s om mij heen heb. Ik heb liever een flinke discussie dan dat we elkaar alleen maar zitten te complimenteren met hoe leuk en mooi alles wel niet is. Van mij hoeft het niet altijd gezellig te zijn.”

Michiel van Erp

Michiel van Erp (1963) groeide op in Eindhoven, in een gezin met vier zoons. Hij ging naar school bij de paters. Zijn vader had een muziekwinkel.

Van Erp studeerde Industrieel Ontwerpen aan de TU Delft. Zijn eerste serie ‘Lang Leve … ‘ maakte hij voor de Vara. Hij won meteen prijzen op buitenlandse filmfestivals en werd genomineerd voor de Zilveren Nipkowschijf. De documentaire ‘Vergeet mij niet’, over de Zangeres Zonder Naam, werd genomineerd voor een Gouden Kalf. Vorig jaar was zijn dramaserie ‘Ramses’ op televisie te zien, hiervoor ontving Van Erp de Zilveren Nipkowschijf. In 2013 was de serie ‘Hollands Welvaren’ voor het eerst op tv. Vanaf 26 februari begint de tweede reeks, dit keer speelt het zich af op de werkvloer.

Michiel van Erp woont in Amsterdam. Hij is getrouwd met Paul Stork. Zij hebben samen een zoon.