‘Ik was de baas over mijn eigen schoonmaakkar’
De eerste baan maakt vaak diepe indruk. Ferry Heijne (50), zanger en oprichter van de band De Kift, begon als schoonmaker in de fabriek van Verkade. Vanavond viert de band zijn 25-jarig jubileum met een concert in poptempel Paradiso.
“Als zestienjarige wilde ik met een groep vrienden op fietsvakantie. Voor die reis had ik een racefiets nodig. Om die te kunnen betalen moest ik op zoek naar een baantje. In de Zaanstreek – mijn geboortegrond – ben ik langsgegaan bij verschillende fabrieken met de vraag of ze werk voor mij hadden. Een fietstocht door de Zaanstreek is een bijzondere ervaring: de geur van borrelnoten, cacao en zetmeel komt je vanuit verschillende windrichtingen tegemoet. Uiteindelijk belde Verkade, van de koekjes en de chocolade. Ik kon er schoonmaker worden op de chocoladeafdeling.
Elke dag begon ik die zomer om half acht ‘s ochtends. Als ‘chef interne dienst’ was ik baas over mijn eigen schoonmaakkar. In de fabriek werkten veel mensen aan de lopende band, voornamelijk vrouwen, de ‘meisjes van Verkade’. Zij moesten de chocolade inpakken en in dozen stoppen. Natuurlijk gingen er wel eens dingen mis; liepen de banden vast. En met de machines waarin de chocolade werd gemaakt, kon het ook goed misgaan. Dan liep er vloeibare chocolade over de vloer. Dat waren voor mij als schoonmaker echt de rampscenario’s.
De afdeling besloeg twee verdiepingen. Via een wenteltrap kon je van de ene naar de andere. Het was zo’n ijzeren trap, met van die opstaande gaatjes, je kent ze wel. De werknemers liepen – met chocolade onder hun schoenen – die trap op en af. Om de paar dagen moest ik de chocolade met een krabbertje en een staalborstel verwijderen. Op mijn knieën probeerde ik tussen de randjes te komen. Als ik daar zo zat, zeiden sommige collega’s mij in het voorbijgaan gedag, of ze gaven me een complimentje. Maar er waren er ook bij die deden of ik lucht was. Ik weet nog dat ik me op die momenten een soort van voetveeg voelde.
Er werkten veel gastarbeiders in de fabriek: Turken en Spanjaarden. Ik had niet zoveel contact met mijn collega’s. In de pauze zat ik het liefst met mijn broodtrommel aan de Zaan.
Na een paar weken had ik de racefiets en het extra geld voor mijn vakantie bij elkaar. Terug in Nederland bleek dat mijn fiets was gestolen. Van het verzekeringsgeld heb ik mijn eerste elektrische gitaar gekocht. En met de vrienden met wie ik op reis was geweest ben ik dat jaar mijn eerste band begonnen, Svätsox, een voorloper van De Kift.
Inmiddels speel ik al 25 jaar met De Kift. En dat eerste baantje bij Verkade is heel waardevol geweest. Die sfeer in zo’n fabriek blijft je altijd bij. Ik leerde daar hoe verschillend mensen kunnen zijn. Daarbij heb ik een groot respect gekregen voor mensen die schoonmaken. Er wordt nog wel eens neerbuigend gedaan over schoonmaakwerk. Nergens voor nodig, ik kreeg er juist een goed humeur van.”