‘Ik zag het als een uitdaging leerlingen zo ver te krijgen’

Gepubliceerd in dagblad Trouw, 23 oktober 2010.

De eerste baan maakt vaak diepe indruk en legt de basis voor later. Peter Heerschop (1960), cabaratier en teamcaptain in het televisieprogramma ‘Ik Hou van Holland’ begon als gymleraar.

‘Het was 1983. In die tijd was er weinig werk in het onderwijs en ik moest alles aannemen wat er was. De eerste jaren gaf ik daarom gymles op verschillende scholen. Drie dagen werkte ik op een hele leuke, nette basisschool, verder gaf ik les op drie verschillende middelbare scholen.

‘Vooral de middelbare school in Amsterdam West is me erg bijgebleven. Het was een pittige school en ik had hele moeilijke klassen. Er zaten kinderen die iedere vorm van gezag haatten. Dat was een hele nieuwe wereld voor mij: Op de academie was ik altijd gewend met mensen te werken die gym het leukste vonden wat er bestond. Ik zag het als een uitdaging om de leerlingen daar ook zo ver te krijgen.

‘De jongens en meisjes zaten in gescheiden klassen. Vooral bij de jongens moest ik diep gaan om contact met ze te krijgen. Het was een buitenkansje als je ze ook echt wat kon leren. Ze wilden alleen maar zwaar afgebeuld worden, dat vonden ze fantastisch. Dus liet ik ze de eerste weken elkaar snoeihard met ballen bewerken, springen over apparaten en duiken van grote hoogtes. Pas dan vonden ze me een leuke leraar.

‘De sfeer moest goed worden en als ik dat eenmaal had bereikt kon ik eigenlijk pas met de echte les beginnen. Dan leerde ik ze bijvoorbeeld hoe ze een fatsoenlijke handstand moesten doen. Soms duurde het maanden voor je op dat punt was, maar ik heb ook wel eens een hele nette klas gehad waarmee je in een week zo ver was.

‘Er zit altijd iets in iemand waardoor je opeens op een andere manier naar een persoon gaat kijken. Die ontdekking vond ik toch wel het mooiste. Sommige kinderen hadden te maken met extreem moeilijke thuissituaties, zij kenden alleen de taal van negatief. Thuis hoorden ze iedere dag hoe slecht ze waren en op school testten ze uit of jij hetzelfde bent als alle andere volwassenen.

‘Ik was in die periode ontzettend druk in mijn hoofd. Altijd was ik bezig met mijn werk Iedere zondag lag ik ‘s nachts wakker, dan ging ik in gedachten alle dagen af en wat ik precies zou gaan doen. Ik bereidde mijn lessen dan ook fenomenaal goed voor. Maar als ik zo’n klas zag staan dacht ik: ‘Nee, toch geen basketbal vandaag, weg gaan iets totaal anders doen’. Zo werk ik nu nog steeds: ik bereid me extreem goed voor, maar ik wil ook de vrijheid hebben om mijn plan los te laten.

‘Drie jaar heb ik op verschillende scholen lesgegeven. Ik dacht wel eens: ‘Het zou zoveel makkelijker kunnen’, toch heb ik het erg leuk gehad. Daarna heb ik elf jaar op een scholengemeenschap in Almere lesgegeven, eigenlijk voelde ik pas daar: ‘nu ben ik echt leraar’.