Cisca’s nieuwe emancipatie

Ism Catrien Spijkerman. Gepubliceerd in dagblad Trouw, 26 maart 2011.

Cisca Dresselhuys, oud-hoofdredacteur van Opzij, begon na haar pensioen aan een carrière als freelance journalist. Sindsdien heeft ze een nieuwe groep om voor te vechten: “Ik ben de leuke Jan Nagel.”

“In 2008 kreeg ik de Mercur d’Or uitgereikt, een prijs voor je hele carrière. In mijn dankwoord heb ik gezegd: ‘Ik zie het als een mooie aanmoedigingsprijs voor een beginnende freelancer.’ Vrolijk gelach in de zaal. Iedereen dacht dat ik een grapje maakte, maar ik meende het serieus.”

Cisca Dresselhuys (67), oud-hoofdredacteur van Opzij, zit in haar woonkamer in Hilversum. Een stapel bladen ligt naast haar op tafel. Ze toont een paar voorbeelden van haar nieuwe opdrachtgevers: ‘Ik schrijf veel voor Zin en voor Nouveau’. Ze bladert door de glossy: “Dit is niet een blad waar ik vroeger makkelijk voor gewerkt zou hebben. Maar als ik ergens iets kan doen wat ik leuk vind, zeg ik tegen cynici: ‘jongens, deze mensen willen mij graag hebben, en ik wil graag werk hebben.’

Onlangs verscheen haar boek ‘Drukker dan ooit. Werken na je 65e’. Het is een bundeling van interviews die ze hield met bekende Nederlanders over doorwerken na je 65e. Ze sprak onder meer met Philip Freriks, Marte Röling, Theo Hiddema en Els Borst. Allemaal weigeren deze mensen – net als Dresselhuys zelf – te voldoen aan het beeld van uitgerangeerde oudere. Ook Dresselhuys’ eigen ervaringen over werken na je 65e komen in het boek aan bod.

Met de nadering van haar pensioen peinsde Dresselhuys er niet over om te stoppen met werken: “Vanaf mijn twaalfde wist ik dat ik journalist wilde worden. Voor mij is journalistiek altijd geweest: praten met mensen. Omdat ik nu gepensioneerd ben zou ik dat opeens niet meer mogen of kunnen?”

Toch wilde Dresselhuys niet in loondienst blijven: “Het vertrekmoment lag vast in mijn hoofd. Als je na je pensioen nog als freelancer of zzp’er aan de slag wilt, kun je dat beter zo snel mogelijk doen. Stel dat ik langer was doorgegaan bij Opzij – ik weet trouwens niet of de directie dat gewild zou hebben – maar stel: dan was ik er veel ouder vandaan gekomen. Dan had ik me op oudere leeftijd nog ergens moeten aanbieden. Ik denk dat je ongeveer tot je 70e nog leuke dingen krijgt aangeboden, daarna wordt het echt minder.”

Ze is inmiddels ‘drukker dan ooit’, al zijn er ook best eens lege dagen. Ze schrijft, ze geeft les op de Hogeschool van Journalistiek en ze heeft haar eigen column op de radio. Toch was het in het begin wel even ‘wennen’, zegt de oud-hoofdredacteur. “Als je besloten hebt dat je stopt, zijn er veel dingen die je gaat missen, zoals het hebben van collega’s, ergens verwacht worden, en samen iets maken.”

Dresselhuys is niet het type om met een boekje op de bank te wachten tot ‘ze’ haar zouden bellen. “Je moet zelf actie ondernemen, jezelf verkopen. Want anders denkt men: die heeft toch werk genoeg, of die wil niets meer. ” Ze maakte gebruik van haar uitgebreide netwerk, en had al snel werk. Een collega die bij uitgeverij Sanoma werkt, bood aan haar op het intranet te zetten. “Kind, zet jij het eens op het intranet, heb ik toen gezegd. Daar heb ik Nouveau als opdrachtgever aan over gehouden.”

Opeens zat het boegbeeld van feministisch Nederland in een heel andere wereld. Ze schreef verhalen voor Viva, en zelfs een keer voor de Libelle. “In mijn jonge jaren zou ik daar denk ik heel streng op zijn geweest.” Ze bladert door een vrouwenblad: ‘Helemaal niet feministisch! De vrouw als lustobject!’, roept ze theatraal. “Maar ook dat heeft met ouder worden te maken.” Ze denkt even na: “Het is vooral belangrijk dat ik nog steeds precies kan schrijven wat ik wil, daar gaat het me om. Als ik een mooi verhaal kan maken voor Playboy, zou ik het ook doen. Terwijl ik vroeger zelfs advertenties van Playboy in Opzij weigerde.”

In haar functie als hoofdredacteur was Dresselhuys niet alleen de journalistiek leider van een feministisch opinieblad, ze werd bovendien beschouwd als woordvoerder der feministen. Met het afscheid van haar functie verdween ook die maatschappelijke positie naar de achtergrond. Dat is even slikken, geeft ze toe. “Mijn mening wordt nog steeds gevraagd, maar minder. Gelukkig wordt dat een beetje opgevangen doordat ik nu een wekelijkse column op de radio heb. Daar kan ik nog steeds mijn mening spuien. En verder moet ik er maar gewoon aan wennen dat nu andere mensen in mijn plaats om commentaar gevraagd wordt.”

Dresselhuys ziet een nieuwe rol voor zichzelf weggelegd. Van de vrouwenemancipatie maakt ze nu de ‘overstap’ naar de ouderenemancipatie. “Dat vind ik voor mij nu een interessanter onderwerp, het ligt dichter bij mij. Natuurlijk ga je van het feminisme niet met pensioen. Als men me daar nog wat over vraagt, zal ik dat nooit weigeren. Maar ik denk dat ik mijn steentje – zeg maar gerust baksteen – aan die discussie nu wel heb bijgedragen. Dit jaar worden 230.000 mensen 65, dat is me toch een club! Dat vind ik een heel interessante nieuwe groep voor mij. Ik weet er alles van, want ik zit er zelf middenin.”

Het was dan ook geen uitgekiende strategie, om zich voortaan op te werpen als strijder in een nieuwe emancipatie, verzekert ze. “Ik ben gewoon doorgegaan met mijn journalistieke werk. Als je bij een blad werkt, ga je ook altijd creatief op zoek naar nieuwe thema’s. Toen ik begon met freelancen dacht ik dus: wat is nou een gat in de markt?” Haar moralistische karaktertrekje bracht haar als vanzelf naar een nieuwe missie. “Ik hou me graag bezig met mensen voor wie nog wat te bevechten valt. Dat was bij het feminisme zo, en dat is hier voor mijn gevoel weer het geval.”

“Ook deze groep moet zich van etiketten bevrijden. Kijk maar eens in de winkels naar de ansichtkaarten die je kunt sturen naar mensen die met pensioen gaan. Vreselijk, allemaal met een ligstoel onder de zon en een piña colada ernaast. ‘Eindelijk vrij, eindelijk genieten.’ Ik wil dat beeld veranderen. Ik ben de leuke Jan Nagel, zullen we maar zeggen. Iedere keer als ernaar gevraagd wordt, zal ik het terechte verlangen verwoorden van ouderen die na hun 65e gewoon mee willen blijven doen in de maatschappij. Men moet er niet meer van uit gaan dat iedereen van 65 het prettig vindt om voornamelijk te gaan golfen of nordic walken. Vreselijke activiteiten alletwee.”

Cisca Dresselhuys ‘ Drukker dan ooit ‘- werken na je 65-ste, Just Publishers, 14.95

Do’s en don’ts van Cisca Dresselhuys:

Als u na uw werk verder wil als freelancer of zzp’er, begin dan ruim voor uw pensioenleeftijd met de voorbereiding.

Nu u niet meer iedere dag naar uw werk gaat: zorg toch voor uw broodnodige beweging.

Accepteer dat er af en toe ‘lege dagen’ zijn waarop u geen afspraken hebt.

Laat u niet in het opa- en omahoekje duwen, zorg voor een gemêleerd gezelschap van verschillende leeftijden om u heen.

Trek u niets aan van de slogan dat u moet gaan genieten.

Ga niet ongevraagd voor gezellige bezoekjes terug naar de oude werkplek.

Pas op dat u niet uit angst voor het zwarte gat te veel werk aanneemt.