‘Ik sloeg mij met mijn racket door het leven’
Verschenen in dagblad Trouw, 12 december 2009.
De eerste baan maakt indruk en legt de basis voor later. Interviewer Martin Simek (1948) begon als tennisleraar.
‘Mijn eerste geld in Nederland heb ik verdiend met het geven van tennisles. Het ambacht van tennissen beheerste ik goed, het was een logische keuze. Ik speelde al vanaf mijn achtste. De Tsjechische tennisschool heeft veel talenten voortgebracht, en daar was ik er één van. Maar op mijn zestiende- toen ik van de ene op de andere dag ongelooflijke lange benen kreeg- zag ik in dat ik nooit Wimbledon zou kunnen winnen. Mijn lot zou dat van een intellectueel worden, dus ik ben maar gaan studeren.
‘Na mijn vlucht uit Tsjecho-Slowakije kreeg ik al snel door dat ik me met m’n tennisracket door het leven moest slaan. Ik begon als tennisleraar bij Tennispark Van Meegeren in Amsterdam. De rijke, maar ook zonderlinge meneer van Meegeren- een broer van de grote vervalser van onder meer Vermeer- mocht mij graag. Hij gaf mij altijd de meest interessante mensen: intellectuelen en mooie vrouwen. Op twee voorwaarden: op warme zomerse dagen moest ik mijn tennis-shirt en schoenen aanhouden tijdens de les.
‘Ik had ook zo mijn eisen. Tennis was mijn grote liefde en ik wilde geen mensen die alleen maar een balletje kwamen slaan. Een van mijn leerlingen, de hoogste baas van een bekend Nederlands bedrijf, misleidde me door me te zeggen dat zijn vurigste wens was eindelijk een keer zijn tennisvriend te verslaan. Ik zei hem:’Binnen een half jaar lukt het je, maar dan moet je het wel belangrijk gaan vinden.’ Ik gaf hem krankzinnige oefeningen mee naar huis, maar bij iedere les merkte ik dat hij ze niet deed.
‘Nu heb ik er echt genoeg van!’, schreeuwde ik hem tenslotte toe. Maar het leek wel of hij het alleen maar fijn vond dat ik hem uitschold. Iedereen droeg hem op handen, zowel zijn personeel, als thuis zijn vrouw. Maar op de tennisbaan ging het er anders aan toe: hoe meer ik tegen hem tekeer ging, hoe meer hij straalde. Ik ben toen met de lessen gestopt.
‘Op een gegeven moment had ik het gehad met het lesgeven aan rijke mensen. Het voelde alsof ik mezelf prostitueerde: ik had mijn broodwinning gemaakt van dat waar ik het meest van hield. Gelukkig kruiste een tijdje later een jong talent mijn pad. Ik koos ervoor hem gratis te begeleiden, en uiteindelijk ben ik topcoach geworden van proftennissers.
‘In 1993 ben ik voorgoed gestopt als coach, maar tennis heeft me enorm veel gebracht bij het interviewen. Ook daar is timing alles. Als interviewer wil grip krijgen op het ritme van een gesprek. Mensen ontregelen door hun tempo niet te accepteren doe ik, net zoals op de baan, bijna instinctief. Niet om ze af te laten gaan als een gieter, maar omdat mensen er mooier van worden als ze het masker laten vallen.’